Het probleem van de hoge zorgkosten wordt onterecht gereduceerd tot ‘dure medicijnen’, zegt Sonja Willems maandag in het Financieele Dagblad. Zij is CEO van Janssen, een van de grootste farmabedrijven ter wereld dat eigendom is van de Amerikaanse farmagigant Johnson & Johnson.
“Het Nederlandse medicijnbudget is al tien jaar constant. Daar zit het probleem niet. In Nederland gaat maar 7,4 procent van de zorgkosten naar medicijnen”, aldus Willems.
Minister van Schippers van VWS en kamerlid Henk Nijboer (PvdA) zeggen dat het feit dat de uitgaven aan geneesmiddelen nauwelijks zijn gestegen juist te danken is aan overheidsingrijpen. Meer prijsingrepen zouden nodig zijn om te voorkomen dat uitgaven alsnog exploderen.
Maandag houdt de Tweede Kamer een hoorzitting over de farmaceutische industrie. Willems verwacht er niet veel van. “Als het over farma gaat, mag iedereen slaan, schieten, de grootste onzin vertellen.”
Als dat zo doorgaat, overweegt de CEO zich terug te trekken uit onderhandelingen over de prijs van nieuwe medicijnen. Dat zou betekenen dat er geen prijsakkoord is, en de medicijnen dus buiten het zorgpakket vallen.
Woekerwinsten
Het Kamerdebat is een initiatief van de PvdA. De partij spreekt van 'woekerwinsten', maar volgens Willems heeft haar bedrijf een winstmarge van 20 procent en ze noemt dat 'relatief gezond'. "Beleggers verwachten een hoog rendement, omdat het risico in onze sector groot is."
De vraag in de Kamer is hoe je nieuwe geneesmiddelen beschikbaar en betaalbaar houdt. Vooral behandelingen tegen kanker kunnen oplopen tot meer dan een ton per persoon.
Minister Schippers heeft ingezet op lagere prijzen voor nieuwe medicijnen, maar volgens Willems komen die medicijnen nu überhaupt niet bij patiënten, omdat VWS een speciale korting eist. Daarom komt bijvoorbeeld een nieuw geneesmiddel tegen bloedkanker in Nederland alleen op de markt voor een beperkte groep.
Over de prijs van dat medicijn wil Willems niets zeggen. Als ze daar niet vertrouwelijk mee omgaat, zou het onmogelijk worden om landen die het moeilijk hebben zoals Griekenland een lagere prijs te geven dan rijkere landen, zegt ze.